'Het verdriet van Rondan':
Onder sterren van
smaragd
Dwars door de
betoverde nacht
Waadden de langlevenden
Door de rivier,
-ier, -ier
Gehuld in nevel en
verraad
Geslepen op een
laffe daad
Slopen de
langlevenden
Door de rivier,
-ier, -ier
Verrast en zonder
verweer
Stroomde in het
veld van weleer
Weldra ons onbezoedeld
bloed
Naar de rivier,
-ier, -ier
Maar onverschrokken
en onvervaard
Schalde ik: ‘Te
vuur en te zwaard!’
En dreef de
langlevenden terug
Over de rivier,
-ier, -ier
O, o, o, vervuld
met gloed
En tranen van eerbĂed
Brengt Tyr van
Rondan
U zijn
overwinningslied
O, o, o, gezegend
met moed
Doch beroofd van
zijn verstand
Brengt Tyr van
Rondan
U het lied van zijn
vaderland
'De vrouwen van Mander' aka 'De oorlog om Manders pik':
De hoer van Mander
zong als een parkiet
Zo melodieus en puur,
Maar ook haar mes
zong een lied
Het brandde als
vlammend vuur
En toen hij daar
lag, daas van de pijn,
in een plas van vergoten
bloed
Lachte hij en zei: "Ha, ik houd wel van brutaal,
Kom hier, dat ik nog
eens je kutje begroet!"
(gebaseerd op 'De vrouw van de Dorner' uit het Lied van IJs en Vuur)
En tot slot, het lied van de bedelaar:
O,
kind van Rondan
O,
kind van dit lied
Hij
die niet weet
Wat
het Orakel ziet
O,
kind van Rondan
O,
kind uit de onecht
Hij
die niet brengt
Wat
de profetie zegt
O,
slachter der goden,
O,
wee hun toorn
Hij
die past
De
leliekroon
Geen opmerkingen:
Een reactie posten