donderdag 27 februari 2014

Heeft Pure Fantasy nog een toekomst?


Pure Fantasy, het tijdschrift voor kortverhalen in het fantastisch genre, staat te koop. Oprichter Alex de Jong (aka Brad Winning) gaf er eind 2012 de brui aan. Na acht jaar. Wie wil, kan nu de naam van het magazine kopen en de nieuwe eigenaar van PF worden. Voor  het bedrag van 15.000 euro.

15.000 euro? Is PF dan zo veel waard? Neen, dat zijn blijkbaar de schulden die Alex de Jong wil wegpoetsen. Hij heeft de voorbije jaren meer dan genoeg geld in het project geïnvesteerd, vindt hij. En hij kan de put niet zelf blijven dempen.

Ik vond het vreemd dat een magazine zoals PF zo verlieslatend kon zijn. De fanbasis van het fantastische genre is zo groot dat zo'n magazine zichzelf wel snel zou terugverdienen, dacht ik. Niet dus. PF kon slechts blijven bestaan bij de gratie van voldoende betalende abonnees, en daar waren er maar circa 350 van. Een veel te kleine basis. Zonde.

'Ieder jaar opnieuw liepen we tegen deze kritische massa aan en steeds opnieuw was het een strijd om te overleven', licht Alex de Jong me toe in een mailtje. 'PF zou vier jaar voor het daadwerkelijke einde al hebben moeten stoppen als Adrian Stone (fantasy-auteur bij Luitingh en goede vriend) - en andere liefhebbers die soms belangeloos tweehonderd euro stortten - destijds niet de tekorten van PF met donaties zou hebben aangevuld.'

Toen begin 2012 ineens meer dan honderd abonnees afhaakten - de crisis, inderdaad - was het, helaas, over en uit. Ik lees tussen de regels dat hij zwaar teleurgesteld is. Misschien een beetje bitter? Ja, het einde van het blad had ook een positieve keerzijde: dat hij meer aandacht kon besteden aan zijn eigen schrijfcarrière. Maar, zegt de Jong duidelijk: 'Als PF niet door deze abonnees "in de steek was gelaten", dan was het blad er vermoedelijk nog steeds geweest. Tenslotte voorzag het in een grote behoefte.'

Die behoefte was in de eerste plaats: een forum geven aan beginnende auteurs. Dat daardoor misschien niet altijd de beste verhalen werden gepubliceerd? 'Beginnende auteurs zijn niet meteen in staat het beste werk af te leveren, maar hey, we wilden een springplank zijn voor nieuw talent', zegt Alex de Jong. Dat is ook gelukt. Verschillende auteurs publiceren ondertussen bij grote uitgevers, anderen hebben hun weg gevonden naar kleinere uitgevers zoals Books of Fantasy of Zilverspoor. Nog andere auteurs hebben dankzij PF hun schrijfkunst bijgeschaafd en gaandeweg gescoord in schrijfwedstrijden.

En dan weer die teleurstelling: 'Sommige zichzelf te veel respecterende auteurs, die ons met een misprijzende lach en met een bepaald dedain bekeken en aan de zijlijn lachten om ons initiatief, vonden ons blijkbaar te min om hun verhalen in te sturen. Jammer', zegt de Jong. En: 'Het kostte erg veel moeite om meer auteurs uit de bestaande, gevestigde orde voor PF te winnen, al hadden we wel vanaf dag één de steun van grootheden als Tais Teng, Peter Schaap, WJ Maryson en Thomas Olde Heuvelt. Zij omarmden mijn initiatief en gaven positieve kritiek waarmee we verder konden bouwen aan ons platform. Jammer dat de rest alleen maar bezig was met zichzelf en niet zag dat dit een kans was om ons mooie genre extra op de kaart te zetten.'

Achteraf gezien was PF misschien meer een blad voor schrijvers dan voor lezers, erkent de Jong. Beginnende auteurs wilden er wel graag in staan, grote namen minder, waardoor het blad minder attractief was voor de lezer. Sterker nog, zegt Alex de Jong, lang niet elke schrijver die in PF wilde staan, was ook bereid een abonnement te betalen. 'Waarom zouden ze ook? Ze wilden er alleen zelf in staan, niet de verhalen van anderen lezen.'

Misschien is de vraag of een magazine zoals PF anno 2014 nog nodig is? Een kleine zoektocht op het internet leert dat beginnende auteurs al tal van mogelijkheden hebben om hun verhalen aan de man te brengen - al dan niet gratis. Uitgeverij Parelz heeft een leuk concept, vind ik. Goede verhalen worden aangenomen, op het internet aangeboden, en de lezer kan zijn eigen verhalenbundel samenstellen. Is die drempel nog te hoog? Maak dan zelf een e-book van je verhaal en gooi het op het sites, zoals Amazon.

De Jong: 'Natuurlijk zijn er mogelijkheden elders, maar een magazine met korte verhalen heeft nog steeds potentie. Ik denk zeker dat er een nieuw, aangepast initiatief als PF kan ontstaan, maar het zal een uitdaging worden.'

Voor wie die uitdaging wil aangaan - en 15.000 euro heeft: De Jong helpt je daarvoor bij het leggen van contacten (met auteurs, eindredacteurs en grafici, is bereid tips te geven (zoals: hoe vermijd ik de valkuilen?). Ook de domeinnamen purefantasy.nl en purefantasy.eu zijn helemaal van jou. 'Misschien gooi ik er zelfs nog wel een stukje van de oude voorraad van PF uitgaven bij. Ik heb er nog zat op zolder staan en mijn vrouw wil haar huis wel eens terug.'

En mij heb je alvast als abonnee.

zaterdag 15 februari 2014

Download 'Vuur' hier

Het is zover. Ik geef het uit handen. Vanaf nu is 'Vuur' niet meer van mij, maar van iedereen die het wil lezen. Interesse? Als alles goed gaat, kan je het verhaal hier downloaden (in pdf-formaat). Laat op deze blog weten wat je ervan vindt. Discussieer erover. Alle feedback is welkom.

donderdag 13 februari 2014

Vuur: een fragment

Hij voelde een hand op zijn schouder. Rook de geur van petroleum. Zag de kleine vlam van een olielamp. En het gezicht van Amber naast hem dat in de vlam leek te dansen. Haar lach lag gebeiteld om haar mond.
Hij meende dat hij iets hoorde, tegen de donkere muur voor hem.
Geritsel op het grind. Maar hij kon niets zien.
‘Vertrouw je me’, vroeg Amber.
‘Ja.’ Zijn stem trilde. Hij kon er niets aan doen.
‘Schrik dan niet.’
Ze zette enkele stappen naar voren en hield de olielamp voor zich uit, zodat het licht op de muur viel. Toen zag hij het lichaam. Van een jongen. Niet veel ouder dan hij. Als een zak patatten tegen de muur zittend. Aan beide armen geketend. En geblinddoekt. Hij draaide zijn hoofd in hun richting.
Er sprak verwachting uit.

woensdag 12 februari 2014

Vuur: het juryrapport

De organisatie van de Paul Harland Prijs bezorgde vandaag alle 206 deelnemers een uitgebreid juryrapport, in totaal 368 bladzijden dik. Wat een prestatie!

Ik werk er aan om mijn verhaal hier zo snel mogelijk ter beschikking te stellen - geef me nog een paar dagen. Alvast (een greep uit) de jurycommentaren over 'Vuur'. Alert: bevat enkele spoilers.

Floris Kleijne:
'De liefdesbaby van X-Men en Dickens, geplaatst in Nederland. Een jongen met de gave van het vuur wordt vroeg in de 20e eeuw door zijn hardvochtige moeder in een nonnenweeshuis gedumpt. Daar sluit hij vriendschap met zijn tegenpool: een meisje met de gave van water. Terwijl ik dit las had ik moeite los te komen van de vergelijking met het bijna identieke verhaal dat ook in deze PHP zit. De overeenkomsten zijn zo opvallend dat het bijna wel om dezelfde schrijver moet gaan, of over twee bevriende schrijvers die ideeën hebben uitgewisseld. Maar daarom niet getreurd! Toen ik de vergelijking met dat andere (uitstekende) verhaal eenmaal had afgeschud, werd al gauw duidelijk dat ook dit een puike vertelling is. Je uiteindelijke positie in de ranglijst lijdt vooral onder het grote aantal verhalen dat nóg beter is.'

Christien Boomsma:
'Dit verhaal is prachtig geschreven. Sfeervol, indringend en creatief. Natuurlijk, er zijn heel veel van dit soort X-men-achtige verhalen, maar deze geeft een mooie draai aan het bekende thema.
De auteur focust mooi op een kind dat wanhopig naar de liefde van zijn moeder verlangt en ondanks de woede alleen maar geliefd wil worden. De na-oorlogse setting en het door wrede nonnen geleide weeshuis geeft een een extra grimmig tintje.
Taalgebruik is vloeiend, origineel en heeft een zinderende spanning. Ook wel wat minpuntjes trouwens – soms weet de auteur niet wanneer hij moet stoppen en herhaalt hij een goede zin – de beginzin bijvoorbeeld – zo vaak dat hij zijn kracht verliest.
Thematiek en plot zijn niet heel origineel. De hoeveelheid kleine X-men die ineens overal opduiken, lijkt niet heel waarschijnlijk. Het feit dat Tobias en Amber elkaar zo makkelijk vinden en er een profeet in de kelder zit, ook niet. Toch is het een fijn verhaal om te lezen. Vloeiend en intelligent!'

Peter Schaap:
'Dit is duidelijk een horrorverhaal van de goede soort. De horror is niet expliciet opgekweekt als inhoud. De inhoud is de liefdeloosheid van de omgeving. Driedimensionaal door de jongen ondergaan en beleefd. Wel zijn de nonnen en de pastoor nogal cliché. En persoonlijk kan ik mij niet goed voorstellen wat dat groeiende leger van talentvollen eigenlijk wil bereiken, behalve vernietiging. Maar verder een goed verhaal, goed verteld.'

Lisette Jonkman:
Pluspunten:
'Het verhaal over een beschadigde jongen die door zijn zuipende moeder bij een weeshuis wordt afgeleverd wordt goed neergezet. Een goed achtergrondverhaal is het halve werk en daar schort het niet aan in dit verhaal.'
Verbeterpunten:
'Dit verhaal doet me denken aan een heleboel andere verhalen die exact op dezelfde manier werken: hoofdpersoon kan iets wat niemand anders kan, maar dan komt hij één iemand tegen die ook een speciale gave heeft - en ineens is hij omringd door mensen met een speciale gave. Een beetje het Heroes-effect, dus. Vaak zitten er in het verhaal onnodige toevoegingen om zaken die al duidelijk waren nog meer te verduidelijken voor de lezer. Van dat soort extra's wordt het verhaal wollig. Voorbeeld: 'Ze had hoge jukbeenderen, een smal gezicht en helblauwe ogen waarin hij kon verdrinken. Hij wist niet dat meisjes
zo mooi konden zijn.' Ten slotte: het jongetje dat in de kelder was opgesloten zou ik proberen iets geloofwaardiger te maken. Bijvoorbeeld door hem een eigen kamer te geven. De nonnen moeten hem toch eten geven? Waarom moet Amber hem drinken geven?'

Tais Teng:
'Een mooi Vlaams (klopt dat?) aandoend verhaal over kinderen met bijzondere gaven en verderfelijke nonnen. Dit is precies de juiste verteltoon voor landelijke horror.'

Thomas Olde Heuvelt:
'Erg sterk verhaal, vol mooie zinnen, beelden en schrijfkunde. Je schetst een paar ijzersterke gruwelbeelden: de jongen met de uitgelepelde ogen, of de dichtgeschroeide vagina... chapeau! Dat is ware horror, terwijl het verhaal zelf niet echt de spanning heeft van een horrorverhaal. Maar dat heeft het ook niet nodig: het is van begin tot eind boeiend. Ook de vrouwelijke pedofiele non vind ik erg sterk. Wat ik je zou willen meegeven, is dat het sterker zou zijn als je de eigenaardigheid van Tobias in het begin laat zien in gebeurtenissen, in plaats van letterlijk beschrijft. Die neiging heb je vaker en het devies is: show, don’t tell. Een ander punt is dat je kinderen soms wel erg volwassen praten (boet in op geloofwaardigheid), en dat ik hóópte dat de uitgelepelde ogen van de blinde Pip nog terug zouden komen in het verhaal met hun death stare... dat zou creepy zijn geweest! Maar los daarvan: puik verhaal, een van mijn favorieten!'

Haljnalka Bata, talentselecteur Uitgeverij Meulenhoff Boekerij:
'Ondanks het twijfelende begin en de trage vertelling is dit een erg mooi verhaal rondom een bijzondere gedachte. De formele zinnen zouden soms beter uitgewerkt moeten worden en mogen af en toe wel korter. Qua thematiek sluit het goed aan bij de hoos aan superheldenverhalen die zowel in boekvorm, als in tv-serie of film de laatste paar jaar uitermate populair zijn. Doordat de emoties voornamelijk primair zijn zal het zeker een jong publiek aanspreken.'

zondag 9 februari 2014

Het begin: Paul Harland Dag, Delft

Tijd voor mijn 'coming-out'. Zaterdag was ik op de Paul Harland Dag in Delft, voor de uitreiking van de Paul Harland Prijs 2013. Dit is de belangrijkste prijs in Nederland en Vlaanderen voor de beste fantastische kortverhalen tot 10.000 woorden.

206 inzendingen kreeg organisator Martijn Lindeboom deze editie, een verdubbeling. Het fantasygenre (fantasy, sci-fi, horror - en alles daar tussenin) is mainstream geworden. In Nederland al langer. Maar ook in Vlaanderen krijgt het genre steeds meer weerklank en aanhang. Terecht.

Ongeveer veertig Vlamingen stuurden deze editie ook hun kortverhaal in. En daaronder, jawel, ook ik.

In mijn hoofd vertel ik al langer kortverhalen. 'Vuur' is het eerste verhaal dat ik heb neergepend. Het gaat over een jongen, Tobias, die net na de Tweede Wereldoorlog door zijn moeder wordt verstoten omdat hij - letterlijk - te veel warmte uitstraalt en omdat de mensen zich aan hem verbranden als ze hem aanraken. De jongen belandt in een weeshuis, ontdekt daar dat hij lang niet de enige is met bijzondere gaven en besluit die voor eens en altijd in zijn voordeel te gebruiken. Met vreselijke gevolgen.

Ik heb lang getwijfeld of het verhaal wel binnen het genre fantasy paste, en dus of het verhaal ook binnen de Paul Harland Pijs paste. Het verhaal is nogal traag en zuinig met fantastische elementen. Het best valt het nog te omschrijven als magisch realisme, met een snuifje horror.

Blijkbaar kon de jury mijn eersteling wel smaken.
Lees hier de volledige uitslag

Van de 206 inzendingen die de drie voorselecteurs moesten doorploeteren, mocht 'Vuur' met 36 andere verhalen naar de finalebeoordeling. In het eindklassement eindigde mijn verhaal uiteindelijk op plaats 19. In de subcategorie 'W.J. Maryson talent award', waarvoor een extra jurylid van de Nederlandse uitgeverij Meulenhoff de verhalen van auteurs tot en met 30 jaar heeft beoordeeld, eindigde ik zelfs op plaats 2. En mocht ik even op het podium.

Een onverhoopt succes als debutant.

Smaakt dit naar meer? Ja.
Is er al meer? Neen.
Komt er nog meer? De (nabije) toekomst zal het uitwijzen.

In een volgende blog meer over de uitslag van de Paul Harland Prijs en over wat de juryleden echt van 'Vuur' vonden.

PS: de Nederlandse mede-organisator had het - o, verrassing - nogal moeilijk om mijn naam, Yves Delepeleire, uit te spreken. Vandaar dat ik dus een pseudoniem heb gekozen, waarmee ik ook mijn verhaal 'Vuur' heb ondertekend: T.S. Groenewoud.