HEX, Thomas
Olde Heuvelt.
Eerste zin: Stefan de Graaf kwam juist op tijd om de hoek
van het parkeerterrein achter de Nico de Witt-supermarkt gerend om te zien hoe
Katharina werd overreden door een antiek draaiorgel.
Samengevat:
Een ontzettende clusterfuck.
Elke auteur
laat zich, al dan niet bewust, door andere auteurs inspireren. Dat geldt ook
voor Thomas Olde Heuvelt, volgens BBC Radio 'een van Europa's belangrijkste
talenten op het terrein van de fantastische literatuur'. Zijn laatste boek heet
HEX en toen ik het las, moest ik onwillekeurig denken aan Stephen King. Enkele
jaren geleden schreef de Amerikaanse bestsellerauteur een boek over een dorp
dat gevangen zit onder een enorme, onzichtbare koepel (Under The Dome). Wat zijn personages ook proberen, ze slagen er niet in te ontsnappen. En dat is net wat de personages van Olde Heuvelt
overkomt: ze zijn gedoemd om in het ogenschijnlijk vredige (en bestaande)
dorpje Beek te blijven en te sterven.
Oorzaak is
geen koepel die hen gevangen houdt, maar Katharina de Wylerheks die ergens in
de 17de eeuw door de Bekenaren werd opgehangen en 350 jaar later, geketend en
met haar ogen en mond dichtgenaaid, nog altijd in het dorp rondwaart en
onverhoeds in de winkels en woonkamers opduikt, als een deel van het meubilair.
De Bekenaren hebben zo goed en zo kwaad als het kan met haar aanwezigheid leren
leven. Ze hebben geleerd dat ze haar ogen en mond niet mogen openen, omdat de
dorpelingen dan allemaal zouden sterven. Ze hebben geleerd dat ze Beek nooit
voor lang kunnen verlaten, omdat haar vloek hen dan tot zelfmoord drijft. En…
ze hebben geleerd om nooit met buitenstaanders over de heks te praten.
De heks is
het geheim van Beek.
Met dit
opzet van het verhaal nam Olde Heuvelt mijns inziens een groot risico. Hoe zou
een Nederlands dorp anno 2014,
in een tijd waarin sociale media burgers over de hele
wereld met elkaar verbinden, in godsnaam nog zo'n groot geheim kunnen bewaren? Wel,
door creatief te zijn. Zo hangt Beek vol met camera's die vanuit een klein
controlecentrum - HEX genaamd - worden bestuurd, zodat de Bekenaren te allen
tijde kunnen zien waar de heks opduikt en zodat ze snel een laken over de heks
kunnen gooien of een paravent voor haar kunnen zetten om haar uit het zicht van
toevallige bezoekers te houden. Wanneer de heks op zondagen in het bos opduikt,
laat Beek geluidschoten door boxen knallen om de indruk te wekken dat er wordt
gejaagd. Zo worden toevallige wandelaars van buiten Beek op een afstand
gehouden. De inwoners van het dorp moeten ook gebruik maken van een soort
intranet, zodat ze niet zomaar filmpjes van de heks op het internet kunnen
gooien.
Dat is
allemaal goed gevonden. Maar techniek is niet onfeilbaar. Net als de mens. Elk
systeem heeft zijn zwakke plek. Als de heks echt al 350 jaar in Beek rondwaart,
dan kan het niet anders dat zij al eens voor de neus van een buitenstaander
moet zijn opgedoken. Dit besef lijkt de premisse van het verhaal helemaal
ongeloofwaardig te maken, maar Olde Heuvelt slaagt erin zijn grootste valkuil
te ontwijken door van het grootste geheim van Beek meteen ook het grootste
uithangbord van Beek te maken. Zo cultiveren de Bekenaren zelf de legende van
de Wylerheks met de jaarlijkse Wickerverbranding, een festival ter ere van Katharina waarbij veel Bekenaren verkleed gaan als heks en waarop ook mensen
van buiten het dorp welkom zijn. Als de heks op die dag zich in het
feestgedruis mengt, dan spannen de Bekenaren gewoon een banner om haar heen met
het opschrift GA MET DE ECHTE HEKS OP DE FOTO! Alle kinderen willen met die
grappige vrouw op de foto.
Niemand die
denkt dat ze echt is.
De Viering
van de Heks is Beeks perfecte dekmantel.
Eenmaal
Olde Heuvelt dit geloofwaardige kader heeft geschetst, is het geen moeite om je
door het verhaal te laten meeslepen. De toon van de eerste vijftig bladzijden
is luchtig - Katharina de heks lijkt niet meer dan een grappig curiosum - maar
wanneer enkele jongeren haar uitdagen door haar te laten bloeden en door haar
te stenigen en wanneer er plots vreemde zaken in Beek gebeuren, wordt de sfeer
grimmiger.
Olde
Heuvelt slaagt er perfect in de lezer deel te laten uitmaken van de beklemmende
angst van de personages die door de bossen van Beek dwalen, op zoek naar de
heks - of net op de vlucht voor de heks. De laatste tientallen pagina's zijn
gewoon aardedonker. Zijn taalgebruik is vloeiend, waardoor je het boek in een
rotvaart leest.
Zonder al
te veel spoilers weg te geven: net als je denkt te weten wie het hoofdpersonage
is - en net als je je daarmee hebt vereenzelvigd - knipt de auteur de band met dat personage door en verlegt hij de focus
definitief naar het personage rond wie het verhaal eigenlijk van bij het begin heeft gedraaid en die zijn laatste helletocht aanvat.
In de laatste vijftig bladzijden is Beek de hel op aarde geworden. De scènes lezen als Dante's Inferno (de auteur verwijst er ook uitdrukkelijk naar), even onheilspellend als absurd. Ze zijn magistraal neergeschreven, maar hoe meer Beek de voeling met de realiteit verliest, hoe meer ik ook de draad verlies. Na het lezen van de laatste zin, weet ik niet wat ik van het einde moet denken. Nog altijd niet trouwens. Misschien is dat de bedoeling van de auteur? In zijn nawoord geeft Olde Heuvelt het zelf toe: 'Sorry daarvoor… ik liet me een beetje gaan.' Die indruk heb ik ook, ja.
In de laatste vijftig bladzijden is Beek de hel op aarde geworden. De scènes lezen als Dante's Inferno (de auteur verwijst er ook uitdrukkelijk naar), even onheilspellend als absurd. Ze zijn magistraal neergeschreven, maar hoe meer Beek de voeling met de realiteit verliest, hoe meer ik ook de draad verlies. Na het lezen van de laatste zin, weet ik niet wat ik van het einde moet denken. Nog altijd niet trouwens. Misschien is dat de bedoeling van de auteur? In zijn nawoord geeft Olde Heuvelt het zelf toe: 'Sorry daarvoor… ik liet me een beetje gaan.' Die indruk heb ik ook, ja.
Wie de 'ontzettende
clusterfuck' (zijn eigen woorden) zonder kleerscheuren overleeft, mag
terugblikken op een spannend, bovennatuurlijk verhaal met internationale
allures. HEX is een intelligent fantasyboek, waarbij de auteur de lezer twee
spiegels voorhoudt. Namelijk dat het kwaad niet zozeer in de Wylerheks schuilt,
maar in de Bekenaren zelf. En dat elke ouder allicht een favoriet kind heeft,
wat hij ook moge beweren, en daar alles voor over heeft. Ook als dat betekent
dat hij foute keuzes maakt.