zondag 12 juli 2015

Tussendoortje: een titelloos fragment (ter)

Een episch fantasyverhaal zonder zwaarden en zangers, is als een kroeg zonder bier. Veldslagen worden niet alleen gewonnen en verloren, ze worden ook door barden en dichters bezongen en beschreven. Een voorproefje uit een nog ongepubliceerd verhaal over het koninkrijk Rondan:

'Het verdriet van Rondan':

Onder sterren van smaragd
Dwars door de betoverde nacht
Waadden de langlevenden
Door de rivier, -ier, -ier

Gehuld in nevel en verraad
Geslepen op een laffe daad
Slopen de langlevenden
Door de rivier, -ier, -ier

Verrast en zonder verweer
Stroomde in het veld van weleer
Weldra ons onbezoedeld bloed
Naar de rivier, -ier, -ier

Maar onverschrokken en onvervaard
Schalde ik: ‘Te vuur en te zwaard!’
En dreef de langlevenden terug
Over de rivier, -ier, -ier

O, o, o, vervuld met gloed
En tranen van eerbĂ­ed
Brengt Tyr van Rondan
U zijn overwinningslied

O, o, o, gezegend met moed
Doch beroofd van zijn verstand
Brengt Tyr van Rondan
U het lied van zijn vaderland

'De vrouwen van Mander' aka 'De oorlog om Manders pik':

De hoer van Mander zong als een parkiet
Zo melodieus en puur,
Maar ook haar mes zong een lied
Het brandde als vlammend vuur

En toen hij daar lag, daas van de pijn,
in een plas van vergoten bloed
Lachte hij en zei: "Ha, ik houd wel van brutaal,
Kom hier, dat ik nog eens je kutje begroet!"

(gebaseerd op 'De vrouw van de Dorner' uit het Lied van IJs en Vuur)

En tot slot, het lied van de bedelaar:

O, kind van Rondan
O, kind van dit lied
Hij die niet weet
Wat het Orakel ziet

O, kind van Rondan
O, kind uit de onecht
Hij die niet brengt
Wat de profetie zegt

O, slachter der goden,
O, wee hun toorn
Hij die past
De leliekroon